Ik heb een hond Een bordercollie. Dat zijn honden die schapen drijven. Vannacht is ze doodgegaan. In mijn droom. Bij gebrek aan schapen in de stad dreef ze auto's bij elkaar. Althans dat probeerde ze, en het ging mis, en ze belandde onder de wielen van een auto. Ik wist zeker dat ze dood was. Toen ik mijn vrouw erbijhaalde om de hond op te pakken begon ze ineens te bewegen en keek ons aan met een treurige hondenblik terwijl de staart licht kwispelde. Alsof ze wilde zeggen: Doe mij dit nooit meer aan! Ik ben een schapendrijver en geen stadshond. Geef mij de ruimte, anders gaat het mis. Toen sloot ze de ogen.
Toen ik wakker werd en het grote dromenboek wilde pakken greep ik mis. In plaats van het orakel pakte ik De Uitvreter van Nescio. Een kort verhaal dat honderd jaar geleden is geschreven. Over Japi, een wonderlijke kerel, die de stad nodig had om te overleven, maar de vrije ruimte zocht om echt te leven. Een tedere anarchist die zich niet liet kooien of knechten. Nescio betekent: Ik weet het niet. Behalve De Uitvreter schreef hij nog een paar korte verhalen en dat was het.
Ik weet het niet. Geen woorden voor een grote Leider. Echte Leiders pretenderen het te weten. En schreeuwen dat van de daken. Met rode, gele, blauwe, groene of bruine boekjes in de hand. Met daarin geen twijfels of overpeinzingen. Ieder kleur boekje kent zijn eigen zwarte schapen. De grootste leider heeft zijn grootste zwarte schaap.
Vandaag zeventig jaar geleden stak Van der Lubbe de Rijksdag in Berlijn in brand. Een in het nauw gedreven trieste man die geen uitweg meer voeldeen een daad wilde stellen. Met hoop op verlossing door het Rode boek stak hij het symbool van het Bruine boek in brand. Het mocht niet baten.
Woensdag twee maart bekent Nederland kleur. Ik heb mijn eigen boekje al gevonden.
De hond ligt op mijn voeten onder het bureau. Ze kijkt me aan: Baas, lijkt ze te zeggen: Dromen zijn bedrog. Ik weet het niet! Nescio.