maandag 4 april 2011

Maandag 4 april Geen stukje

Na twee volle maanden Dagtaak nu de dag die ik steeds heb gevreesd. De dag dat ik er niet aan toe kom een column te schrijven. Ik schrijf mijn stukje elke morgen tussen half acht en half negen. Daarna een plaatje erbij zoeken, een snelle, soms te snelle, correctie en dan online. Soms komt het voor dat andere dringende werkzaamheden, zoals telefoontjes, de hond, een afspraak die echt niet anders kan, er de oorzaak van zijn dat het geen negen uur maar half tien of een enkele keer na tienen wordt. Ik heb daar vrede mee. De deadline is door mijzelf bedacht en omdat ik aan niemand anders dan aan mijzelf verantwoording af hoef te leggen is een overschrijding van de deadline geen punt. Denk ik, vind ik, weet ik. Maar in mijn hart vind ik het vreselijk. Van de meer dan zestig verschenen columns waren er ruim vijfenvijftig voor negen uur klaar. De inspiratie voor de column haal ik uit de ochtendkranten, online of de papieren versie, uit de programma's die ik de dag ervoor heb gezien, of zomaar puttend uit mijn geheugen en wat ik passend vind binnen het thema van de dag. Vandaag is er geen thema. Ik sla het lezen van de krant over, en gisteravond ben ik tijdens het voetbalprogramma in slaap gesukkeld. Ik zag nog net hoe een getatoeerde held een meesterlijk doelpunt maakte waardoor Twente grote kans maakt wederom kampioen van Nederland te worden. De uren daarna zijn besteed aan de voorbereiding: kleding klaarleggen, telefonisch overleg, echtelijke gesprekken en gestaar in de ruimte; van de begrafenis waar we zo heen gaan. Een triest sterfgeval in de uiteengevallen familie van mijn vrouw. Ik wist al dagen van het tijdstip, ik wist al dagen van de emoties die er zouden komen, ik wist al dagen dat het me deze ochtend niet zou lukken de Dagtaak fatsoenlijk voor te bereiden. Ik ga dit stukje dan ook niet aankondigen via kanalen die ik normaliter gebruik. Voor dagen als deze moet ik eigenlijk wat columns achter de hand houden, zo heb ik mezelf steeds voorgenomen. Maar dat kan ik niet. De spontane inval van de ochtend maakt het stukje. Ik ga me aankleden. Morgen weer een Dagtaak.